Besluitvorming in het buitenland? Investeer in je netwerk!

Bestuurder: “het hoofdkantoor in het buitenland heeft het zo besloten”. Daar sta je dan als ondernemingsraad. Formeel mag je adviseren maar je bestuurder kan het besluit niet beïnvloeden. Bij de pakken neerzitten? Zou ik niet doen! Ga die grens over en regel het dan maar zelf!

Vrijheidsbeeld
Het komt regelmatig voor dat ondernemingsraden van Nederlandse organisaties worden geconfronteerd met besluiten die niet door hun bestuurder zijn genomen. Ergens anders op de wereld is het bedacht en de bestuurder heeft het maar uit te voeren. Een advies van de OR is nodig maar heeft weinig invloed. Te vaak nemen ondernemingsraden genoegen met deze constatering. En dat terwijl het niet zo’n voldongen feit hoeft te zijn.
Ondernemingsraden die in een dergelijke situatie wél invloed krijgen / houden, hebben drie zaken vaak goed voor elkaar:
  1. Er is geïnvesteerd in een internationaal netwerk bestaande uit beleidsbepalers én medezeggenschappers in een periode wanneer ‘er nog niets aan de hand is’. Op die manier heeft de OR direct iets om op terug te vallen als het netwerk nodig is.
  2. Men heeft oog voor de verschillende belangen, bijvoorbeeld die van de bestuurder en de Raad van Commissarissen (RvC). Deze belangen liggen vaak dichter bij elkaar dan je in eerste instantie zou denken.
  3. Goed zicht op hoe het adviesrecht in elkaar zit, ook op basis van recente jurisprudentie. Dat betekent een groter inzicht door niet alleen de letterlijke tekst uit de Wet op de Ondernemingsraden erbij te nemen.

Voorbeeld uit de praktijk
Het sluiten van een fabriek en het afbouwen van productievolumes in Nederland op aangeven van het internationale management zijn niet direct de eerste besluiten die ondernemingsraden denken te kunnen beïnvloeden. Toch is het de ondernemingsraden die met deze besluiten geconfronteerd werden gelukt om het tij te keren.
 
Kennis van de organisatie

Om te beginnen hadden deze ondernemingsraden veel kennis van de internationale organisatie. Zij hadden contacten met beleidsbepalers en medezeggenschappers in de gehele organisatie. Hierdoor konden zij, naast de formele informatiestroom via hun bestuurder, aan meer en interessantere informatie komen om hun adviezen mee te onderbouwen.

Zij hebben ook niet passief gewacht op informatie uit de internationale organisatie, zij zijn het gaan halen. Het vliegtuig in en naar het internationale hoofdkantoor, het recht op informatie is immers niet gebonden aan landsgrenzen en de ingangen in de organisatie waren ook goed.

Bestuurder als medestander

Een tweede succesfactor van deze ondernemingsraden was het feit dat zij hun bestuurder niet lang als tegenstander hebben beschouwd. In plaats daarvan werd hij een medestander waardoor wegen voor de ondernemingsraden werden geopend in de organisatie.


Een bestuurder die een besluit “maar” uit heeft te voeren, heeft niet zo’n sterk recht als de ondernemingsraad aan zijn zijde om dat besluit te beïnvloeden. De bestuurder kan in zo’n geval via de ondernemingsraad ook zijn eigen belangen proberen te realiseren. Dat kan hij doen door de ondernemingsraad te voeden met bepaalde informatie die hij hem niet had gegeven wanneer er sprake was van een competitieve houding.

Adviesrecht maximaal gebruikt

Een derde belangrijke voorwaarde voor succes was het toepassen van het adviesrecht  op een goede manier. De ondernemingsraden lieten zich niet onder druk zetten maar deden gedegen onderzoek wat volgens de wet ook mag. Verder gebruikten zij de wettelijke mogelijkheden als ruilmiddel: als bepaalde voorwaarden werden ingewilligd zouden ze andere onderdelen van het besluit niet tegenwerken en adviseren.

Aan het einde van het verhaal hebben deze ondernemingsraden voor elkaar gekregen dat de fabriek in Nederland werd opengehouden en dat er, onder voorwaarden, een productievolume is gegarandeerd voor Nederland.

In een volgende blog ga ik nader in op de vraag op welke wijze de OR’en maximaal gebruik kunnen maken van hun adviesrecht wanneer sprake is van besluitvorming in een
internationale context. Want zoals ik al schreef, is er meer dan alleen de letterlijke WOR-tekst!

Deel dit bericht op

Geschreven door Pieter Landwehr Johan

Senior adviseur
Drs. Pieter Landwehr Johan adviseert sinds 2006 ondernemingsraden, directies en HR-functionarissen in complexe verandertrajecten (reorganisaties, fusies en overnames). Contra-expertise vanuit bedrijfskundig perspectief en hoogwaardige procesbegeleiding zijn daarbij zijn belangrijkste aandachtsgebieden. […]

Lees meer