Dat maak ik zelf wel uit!

Ik zit namens GITP in het bestuur van de BVMZ. Dat is de branchevereniging van bureaus die zich richten op het opleiden van ondernemingsraden. Wij organiseren een bijeenkomst in het najaar over het thema “Wie gaat er over de arbeidsvoorwaarden?” En dat is een belangwekkende vraag in een tijd dat vakbonden steeds meer gepasseerd lijken te worden en doorlopend ledenverlies lijden. De volgende in een rij van instituten die het af dreigen te leggen tegen een beweging waarin mensen zelf willen bepalen wat goed voor ze is.

André van Deijk


In dat licht ben ik benieuwd hoe ondernemingsraden in de toekomst gaan varen als democratisch gekozen instituut. Tot nu toe zijn achterbannen niet mega geïnteresseerd in de wederwaardigheden van een raad, behalve begrijpelijkerwijze als er zwaar materiaal op tafel ligt, zoals arbeidsvoorwaarden of een reorganisatie. Helaas krijgen veel OR’s bij dat laatste geheimhouding opgelegd. Althans dat maak ik vaker mee dan ooit. Zich goed informeren wordt voor achterbannen dan onmogelijk en OR’s kunnen dan hun taak niet goed uitoefenen.

Maar nogmaals: hoe gaat de OR de toekomst in? Als instituut dat gepasseerd wordt op den duur? Of is dat al het geval? Mogen we uit het feit dat een aantal werkgevers de OR prefereert als onderhandelingspartner als het om arbeidsvoorwaarden gaat, afleiden dat de OR daadwerkelijk een instituut van belang is?

Ik denk dat dat niet het geval is. Het feit dat bij reorganisaties en andere “grote trajecten” zo gemakkelijk en zonder veel protesten geheimhouding wordt opgelegd, wijst daar ook op. Als je door iedereen van belang wordt gevonden, kan dat niet gebeuren.

Niet de OR’s worden relevant gevonden, maar de bonden worden in een aantal gevallen als irrelevant gezien. Lastig en met standpunten en een houding die in de weg zitten. Tel daarbij op dat bonden nogal eens de neiging hebben om mensen te vertellen wat goed voor ze is, terwijl die dat zelf willen bepalen en je hebt als vakbond een probleem.

De les is wat mij betreft: wil je nu en in de toekomst van belang zijn voor de mensen die je vertegenwoordigt, dan moeten die mensen de ruimte krijgen om zelf te bepalen wat ze willen. Dan is meer contact met je achterban een vereiste. Meer vragen, maar ook veel meer uitleggen. Ook als OR.

De sleutel is het creëren van vertrouwen.

Maar dan moeten achterbannen ook bereid zijn om zich goed te informeren over wat er aan de hand is en zich daarvoor meer interesseren en op die manier vertrouwen krijgen in de oplossingen die worden aangeboden. Want dat is natuurlijk wel de makke met heel veel achterbannen als het gaat om de vragen die zich aandienen: wantrouwen dat niet wordt weggenomen doordat men zich niet of onvoldoende informeert (en zichzelf en zijn eigen belang overschat).

Het laatste dat je als OR wilt is dat je belandt in discussies  la de mazelen en vaccineren, waarin een praktijk van jaren door pure onwetendheid, zelfoverschatting en gebrek aan vertrouwen leidt tot meer zieken en minder vaccinaties.

Zo krijgt ook de medezeggenschap ongetwijfeld te maken met een van de lastigste vragen van dit moment: hoe kunnen mensen zichzelf terugzien in herkenbare oplossingen voor complexe problemen, zonder zich uitsluitend te richten op hun eigen beperkte belang?

Openheid van zaken is de eerste stap.

Deel dit bericht op

Geschreven door André van Deijk

Senior adviseur
André is creatief, pragmatisch en gedreven en dat zie je terug in het werk dat hij doet. Hij ondersteunt ondernemingsraden vooral bij overnames, fusies, organisatieveranderingen, financieringsvraagstukken en investeringen. Daarnaast helpt […]

Lees meer