Tien praktische redenen om je wél kandidaat te stellen voor de ondernemingsraad

In de meeste ondernemingen vinden iedere drie jaar OR-verkiezingen plaats. Helaas zijn er slechts weinig bedrijven waar het daadwerkelijk tot verkiezingen komt. Er zijn te weinig of precies voldoende kandidaten. De redenen waarom collega’s zich niet kandidaten stellen, verschilt van persoon tot persoon. Overweeg jij een OR-lidmaatschap? Of ben je in gesprek met aspirant kandidaat met een praktische vraag? Mogelijk kan een van de volgende tien redenen helpen om de kandidaatstelling door te zetten!

 

  1. OR-werk = werk, je wordt dus ook gewoon doorbetaald!
    In de basis moet het OR-werk zoveel als mogelijk plaatsvinden in gewone werktijd met behoud van loon dan wel bezoldiging (artikel 17 Wet op de ondernemingsraden – WOR). Dat wil overigens niet zeggen dat je nooit wat in eigen tijd doet. OR-werk wordt echter gezien als gewoon werk en dat doe je (meestal) ook niet voor niets.
  2. Je hoeft een zittingsperiode niet af te maken
    Natuurlijk is het fijn voor een ondernemingsraad als OR-leden de hele zittingsperiode afmaken. Aan de andere kant is het zonde als iemand zich niet kandideert enkel vanwege de lange termijn. Laat het maar over aan de achterban, die kiest de ondernemingsraad die past. En ieder OR-reglement heeft als het goed is een bepaling voor tussentijdse vacatures.
    Overigens is het wel chique om bij je achterban aan te geven dat je niet voor de gehele periode gaat. Als je dan wordt gekozen, weet je in ieder geval dat de collega’s er niet raar van opkijken als je tussentijds vertrekt!
  3. Je hebt ontslagbescherming
    Nou ja, niet helemaal hoor. In de WOR is wel geregeld (artikel 21) dat je niet vanwege je OR-werk ontslagen kan worden. Als je afdeling verdwijnt of jouw functie vervalt in het hele bedrijf dan heb je geen ultieme ontslagbescherming. Komt alleen jouw positie te vervallen (en niet die van directe collega’s) dan moet bekeken worden of dit niets te maken heeft met je OR-lidmaatschap!
    En een stoel gooien naar de bestuurder tijdens de overlegvergadering gaat ook niet helemaal samen met artikel 21… Ook al gebeurt het in een OR-setting, agressie en geweld richting collega’s is meestal reden voor ontslag op staande voet.
    Wist je trouwens dat de bescherming ook geldt voor kandidaat-OR-leden? Dit is om te voorkomen dat je, ook als je je kandidaat hebt gesteld en niet bent gekozen,  benadeeld wordt in je functie omdat je de intentie had om in de OR te gaan…
  4. Kosten voor het OR-werk worden vergoed
    Alle kosten die je redelijkerwijs maakt voor het OR-werk, horen vergoed te worden. Denk daarbij aan reis- en verblijfskosten, kosten voor scholing, boeken en naslagwerken, abonnementen op vakbladen etc. Voor sommige kosten, zoals de inhuur van externe deskundigen, moeten deze wel vooraf worden gemeld bij de ondernemer. Mocht dat laatste niet gebeuren en de ondernemer betaalt niet dan ligt het risico bij de externe deskundige, niet bij de individuele OR-leden.
  5. Je hoeft geen lid te zijn van de vakbond
    Hoewel ondernemingsraden en vakbonden in bepaalde situaties samen optrekken, is er geen verplichting om lid te zijn van een vakbond om überhaupt in een OR te kunnen komen. Als je lid bent van een vakbond, kan dit wel invloed hebben op de wijze waarop je je kandidaat kunt stellen voor de OR.
  6. Geen akkoord nodig van je directe collega’s of leidinggevenden
    Soms stellen collega’s zich niet kandidaat omdat hun directe collega’s of leidinggevenden er niet achterstaan. Natuurlijk is het verstandig om een afweging te maken of het OR-werk goed te combineren is met het reguliere werk. Als je echter wordt ‘tegengewerkt’ in je kandidaatstelling, is het aan de bestuurder om je hiervoor in bescherming te nemen. Je kunt je dan ook rechtstreeks tot hem wenden.
  7. Je hebt geen vooropleiding of specifieke ervaring nodig
    Hoe lang je in dienst bent, is bepalend voor je actieve en passieve kiesrecht. Verder zijn er geen voorwaarden waaraan je moet voldoen om je kandidaat te kunnen stellen. In de WOR zijn juist specifieke artikelen opgenomen om snel kennis op te doen over het OR-werk of om je op bepaalde gebieden te laten ondersteunen.
    In artikel 18 is bijvoorbeeld het recht op scholing expliciet vastgelegd (minimaal vijf dagen per jaar als OR-lid) en artikel 16 (in combinatie met artikel 22) geeft aan hoe externe deskundigen in te huren zijn. Juist de veelheid aan ervaring en achtergrond maakt de OR tot een heel interessant orgaan.
  8. Je mag overal over meepraten
    De OR is ingesteld ‘in het belang van de onderneming in al haar doelstellingen’.  Dit betekent dat alle zaken ingebracht kunnen worden. En dat wordt in de WOR, onder andere in artikel 23, specifiek beschreven.
    Onderdeel is bijvoorbeeld dat de OR alles op de agenda kan zetten. Verder is ook het initiatiefrecht hierin opgenomen. Dit geeft de mogelijkheid aan de OR om ideeën schriftelijk voor te leggen aan de bestuurder waar vervolgens ook inhoudelijk op gereageerd moet worden. Uiteraard is het aan de bestuurder om te bepalen wat er met de input van de OR wordt gedaan.
    Wil je in de OR om het te hebben over onderwerpen die in eerdere ondernemingsraden nog niet zijn besproken? Laat je daar dan niet door weerhouden.
  9. Je kunt met je directe collega’s praten over de inhoud van het OR-werk
    Sommige ondernemingsraden nemen het zekere voor het onzekere als het gaat om vertrouwelijke informatie: ze laten niets los richting hun achterban. Dat is helaas niet helemaal de bedoeling van het OR-werk.
    Uiteraard zijn er zaken waarover (nog) niet gesproken kan worden met de collega’s maar het overleg moet erop zijn gericht dat zoveel mogelijk wel gedeeld kan worden. Je bent immers gekozen door de collega’s.
    Daarnaast kan het ook helpen in het overleg met de bestuurder. Als je kunt aangeven dat ‘70% van de collega’s voor het invoeren van een bepaalde regeling is’, kan dit je helpen in eventuele onderhandelingen Dus wanneer je wordt gekozen dan kom je niet terecht in een ‘commissie stiekem’!
  10.  Je kunt onafhankelijk beslissen in een OR
    Hoewel het contact met de achterban heel belangrijk is, zitten OR-leden in de OR zonder last of ruggespraak. Dat wil zeggen dat ieder OR-lid zelfstandig kan handelen en dus niet steeds terug hoeft naar de collega’s die op hem hebben gestemd. Dat zou ook kunnen leiden tot een lastige situatie: als OR-lid wordt je namelijk geacht de gehele organisatie te bekijken terwijl de collega’s die jou hebben gekozen misschien slechts een deelbelang voor ogen hebben.

Praktijk

De OR krijgt de vraag om te adviseren over het sluiten van afdeling X. Afdeling X maakt verlies en dat is een potentieel risico voor de rest van de organisatie. Met andere woorden, het sluiten van afdeling X zorgt ervoor dat de rest van de organisatie wél kan blijven bestaan.
Als OR-lid, gekozen uit de kiesgroep afdeling X, is het een duivels dilemma. Je ziet dat de reorganisatie goed uitpakt voor het merendeel van je collega’s. Maar als je het aan je directe collega’s gaat vragen… Grote kans dat zij alleen het belang van zichzelf of hun eigen afdeling zien.
Als OR-lid overzie je het geheel en kun je, zonder last of ruggespraak, adviseren. En in situaties waarin het te dichtbij komt, is het altijd mogelijk om je te onthouden van inbreng.
 

Kortom, er zijn zo tien redenen te verzinnen om je niet kandidaat te stellen voor de OR. Deze hoop ik met het voorgaande te hebben gepareerd. Uiteraard ben ik benieuwd naar andere dillema’s van kandidaat-OR-leden. Ik houd me aanbevolen voor suggesties. Succes met het afwegen van de kandidaatstelling en / of het pareren van redenen om je niet kandidaat te stellen!

 
Deel dit bericht op

Geschreven door Pieter Landwehr Johan

Senior adviseur
Drs. Pieter Landwehr Johan adviseert sinds 2006 ondernemingsraden, directies en HR-functionarissen in complexe verandertrajecten (reorganisaties, fusies en overnames). Contra-expertise vanuit bedrijfskundig perspectief en hoogwaardige procesbegeleiding zijn daarbij zijn belangrijkste aandachtsgebieden. […]

Lees meer