Wat is de rol van de OR bij arbeidsomstandigheden?

Het is al weer vijf jaar geleden dat de Arbowet op onderdelen behoorlijk is aangepast. Ondanks die aanpassingen in de wet, is de praktijk in veel organisaties nog niet zoals de bedoeling is. Twee belangrijke wijzigingen lichten we er hier uit:

  1. Versterking van de positie van de bedrijfsarts.
    De bedrijfsarts krijgt een grotere rol door ruimere bevoegdheden en meer mogelijkheden om daadwerkelijk in te grijpen bij slechte werkomstandigheden. Zo kan de bedrijfsarts elke werkplek bezoeken om met eigen ogen te beoordelen of deze voldoet aan de normen. De bedrijfsarts overlegt met betrokkenen binnen de organisatie en adviseert over het preventiebeleid. Voor de ondernemingsraad van belang hierover het gesprek aan te gaan met de bedrijfsarts. Welke adviezen heeft die gegeven en wat is daarmee gebeurd? Inmiddels is in de risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) opgenomen dat daarin aangegeven moet worden welke functionarissen en gegevens gebruikt zijn bij het opstellen van de RI&E.
  2. Verruiming instemmingsrecht OR bij aanstelling preventiemedewerker
    De preventiemedewerker speelt een centrale rol in het Arbobeleid. Hij of zij ondersteunt bij het opstellen van een RI&E; adviseert aan en overlegt met de ondernemingsraad en ondersteunt de maatregelen uit het plan van aanpak.
    De aanstelling van de preventiemedewerker was al langer een instemmingsplichtig onderwerp, maar sinds de aanpassing uit 2018 geldt dat recht voor:
  • Het takenpakket van de preventiemedewerker (‘wat’)
  • De persoon (‘wie’)
  • De positionering binnen de organisatie (‘waar’)

Desondanks gebeurt het nog regelmatig dat iemand min of meer gelanceerd wordt als preventiemedewerker. Inmiddels is er overigens een nieuwe aanpassing van de Arbowet, waarbij in de RI&E ook een verplichte evaluatie van het functioneren van de preventiemedewerker is opgenomen.

Waarom werd de Arbowet aangepast?

Wat waren de achterliggende redenen om de Arbowet in 2018 aan te passen? Vooral twee constateringen speelden daarbij een rol: preventie en overleg.

Meer preventie!
Te veel organisaties werkten met een zogenaamd piepsysteem. Er werd pas echt ingegrepen als er iets fout ging, bijvoorbeeld als iemand een burn-out krijgt of rsi-klachten in de gewrichten. Tot die tijd werd (te) weinig gedaan om dit soort zaken te voorkomen.
Vaak is dat een kostenprobleem. Het is niet zo moeilijk om te berekenen dat investeren in preventie aanzienlijk goedkoper is, dan te moeten opdraaien voor de kosten als er iets fout gaat. Toch lijkt er vaak een drempel te zitten om te investeren in het voorkomen van iets dat nog niet optreedt. De wetgever hecht hier gelukkig wel veel waarde aan. De bedrijfsarts heeft hier een belangrijke rol in door te adviseren over preventieve maatregelen. En dat de arts een kijkje kan komen nemen op de werkplek zelf. In de praktijk gebeurt dit echter nog te weinig. De OR kan dit nadrukkelijk op de agenda zetten.

Meer overleg!
Bij arbeidsomstandigheden zijn veel mensen betrokken; de bedrijfsarts, de arbodienstverlener, de preventiemedewerker, de bestuurder, de OR, medewerkers. Toch vond de wetgever dat er onvoldoende wordt overlegd tussen deze partijen. Dat kan dus beter. Reden om de OR meer bevoegdheden te geven rond de preventiemedewerker. En de arbodienstverlener wordt nadrukkelijker verplicht om te overleggen met de ondernemingsraad. De preventiemedewerker was dat al. Helaas komt het nog te veel voor dat deze overleggen maar moeizaam van de grond komen. Het actief betrekken van ‘de werkvloer’ staat in veel organisaties al helemaal nog op een laag pitje.

Rol voor de OR: handen uit de mouwen

Voor de OR is er werk aan de winkel. Allereerst door zich te verdiepen in het arbobeleid van de organisatie. Weet wat er gebeurt, en niet gebeurt. Geef daar als OR je mening over.

Verder is het belangrijk om een goede overlegstructuur op te zetten. Maak een jaarrooster met de volgende overleggen daarin opgenomen:

  • Preventiemedewerker
    Spreek meerdere keren per jaar met de preventiemedewerker. Volg het arbobeleid op de voet: wat gaat goed, wat kan beter? Wordt het plan van aanpak volgens planning uitgevoerd? Is de RI&E nog actueel? Hoe ontwikkelt het ziekteverzuim zich? Hebben zich ongelukken voorgedaan en zo ja, welke maatregelen zijn genomen om dat in het vervolg te voorkomen?
  • Bedrijfsarts
    Spreek minstens één of tweemaal per jaar met de bedrijfsarts. Hoe kijkt die tegen de arbeidsomstandigheden in de organisatie aan? Welke klachten komen op zijn of haar spreekuur? Welke adviezen voor preventie zijn er gegeven? Hoe verhoudt de organisatie zich ten opzichte van andere, vergelijkbare organisaties in de sector?
  • Arbodienstverlener
    Idem. Hoe beoordeelt die het beleid van de organisatie? Wat doen andere organisaties in de sector? Welke ondersteunende diensten biedt de arbodienstverlener aan en wordt daar ook gebruik van gemaakt?
  • Bestuurder
    Vreemd genoeg staat het arbobeleid zelden op de agenda van het artikel 24-overleg. Terwijl de gezondheid van de medewerkers toch belangrijk genoeg is om besproken te worden. De bestuurder is uiteindelijk de hoofdverantwoordelijke voor het beleid. Laat je als OR niet ‘afschepen’ met alleen maar overleg met de preventiemedewerker. Betrek de bestuurder en spreek hem of haar aan op die verantwoordelijkheid.

Tips voor de OR m.b.t arbeidsomstandigheden

Kortom, de OR kan rond arbeidsomstandigheden een actief beleid voeren.

  • Een verdieping in het thema arbeidsomstandigheden is meer dan wenselijk. Het is niet voor niets juist een van de onderwerpen waar de achterban zich druk over maakt.

Een ondernemingsraad die zich in arbo verdiepte, kwam er achter dat een goed inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers om ze alert te maken op veiligheids- en gezondheidsrisico’s ook onderdeel van het arbobeleid is.

  • Zorg verder voor een goed overleg met de verschillende verantwoordelijken.

Een VGWM-commissie had geen zicht op wat er met de acties uit de risico-inventarisatie & -evaluatie gebeurde. Dat werd opgelost door eenmaal per maand met de arbocoördinator en het hoofd van de bedrijfshulpverlening (BHV) rond de tafel te gaan zitten.

  • Draag tips en suggesties aan. De OR weet heel goed wat er speelt op de werkvloer en kan uitermate zinvolle adviezen geven.

Op kantoor klagen veel mensen over last van hun ogen als ze achter de computer zitten. Op voorstel van de OR zijn er zonweringen geplaatst en kan iedereen beschikken over een computerbril.

  • Tenslotte: gebruik je wettelijke bevoegdheden. Regelingen rond arbeidsvoorwaarden, ziekteverzuim en re-integratie zijn instemmingsplichtig. Maak gebruik van dat recht.

Een ondernemingsraad werd altijd netjes geïnformeerd als er een RI&E gehouden werd. Tot de OR erachter kwam, dat de OR instemmingsrecht heeft op zowel het houden van RI&E, als op het vaststellen op het plan van aanpak wat op basis van de RI&E gemaakt werd.

Deel dit bericht op

Geschreven door Steven van Slageren

Senior adviseur
Medezeggenschap gaat voor Steven om invloed. Invloed op besluiten over hoe een organisatie zich ontwikkeld. Invloed om de eigen werkomgeving mede vorm te geven en in te richten. Om invloed […]

Lees meer